Clustering van applicatieservers
Planon ondersteunt clustering, waardoor applicatieservers met elkaar kunnen communiceren.
Met deze functie kunt u:
• Zorgen voor een flexibele opstelling.
• De beschikbaarheid van de applicatie verbeteren.
• Het aantal webservers en applicatieservers in evenwicht brengen op basis van gebruik (het aantal gebruikers).
Standaard gebruikt WildFly poort 7600 om te communiceren tussen de WildFly-servers.
Als u dezelfde machine gebruikt voor het installeren van de applicatieserver, moet u de poorten onderscheiden (bijvoorbeeld: 7600 en 7601). Als u de applicatieservers op een aparte machines installeert, kunt u het standaardpoortnummer 7600 gebruiken.
De informatie over de applicatieservers die deel uitmaken van het cluster wordt opgeslagen in de Planon database.
Bij het opstarten van een applicatieserver met dezelfde database, wordt de clusterinformatie automatisch geregistreerd.